donderdag 7 juni 2018

Nog een keer buitenland



Eén van de mooiste mensen in mijn leven was mijn schoonvader! op zijn dochter na dan. Hij was zakenman in hart en nieren en kon je zaken verkopen die je niet nodig had maar waar je toch gelukkig van werd. Hij was winkelier (warenhuis) in een veel bezocht toeristenstadje wat overspoeld werd door onze zuiderburen, omdat in die tijd veel zaken in ons land (Nederland) goedkoper waren dan in België. Hij was een keiharde werker en deed dat zeven dagen in de week. Tijd voor vakantie was er alleen in de wintermaanden en op een dag riep hij ons samen om zijn vakantieplan te ontvouwen. Ik had nog maar net verkering met Ingrid dus die uitnodiging kwam als een verrassing te meer omdat hij me niet zo geschikt vond voor zijn dochter. Het plan was om met zijn zessen (Ingrid en haar zus, zwager, schoonmoeder en vader) af te reizen naar Zuid Afrika. Hij had als instrumentmaker tien jaar in Z. Afrika gewerkt in de diamantmijnen. Zijn dochters waren daar geboren maar ze vonden dat het toch beter was om ze in Nederland te laten opgroeien…………

Het waren in die tijd onrustige politieke omstandigheden om er te blijven wonen, maar een vakantie moest nog wel kunnen Het was met name voor hen om te laten zien waar de dochters geboren waren en hoe mooi het land was. Vanuit Nederland werd er een camper gehuurd met het doel om zes weken Zuid Afrika te doorkruisen. Het was voor mij mijn eerste vlucht en de toen nog gratis alcoholische drankjes op internationale vluchten hebben de vliegtijd drastisch bekort. Bij het ophalen van de camper in Johannesburg schrokken we ons dood, het ding was veel kleiner dan was voorgespiegeld en je moest wel verrekte veel van elkaar houden om daar zes weken in door te brengen. Na de uitleg en het inpakken van onze spullen kon het avontuur beginnen. Mijn schoonvader had een route uitgestippeld met ruimte voor overleg, het Kruger wildpark, de tuin-route en de Kimberley diamant mijnen waren wel vaste gegevens…………

Ik werd aangewezen als geschiktste chauffeur omdat ik een vrachtwagenrijbewijs bezat, toch werd er vaak per toerbeurt gereden (de mannen) nadat een ieder de grootte of eigenlijk het compacte van de camper gewend was. Het was nodig om zo nu en dan een hotelkamer te boeken om de lieve pais en vree te bewaren, omdat we toch wel heel erg kort op elkaars lip leefden. Na zo’n nachtje van roddelen, konkelfoezen en wat erotische ontspanningsgymnastiek om stoom af te blazen, kon je er weer een paar dagen tegen. We hadden de tuinroute achter de rug en waren op weg naar het Kruger National Park. We reden door bergachtig gebied en genoten van de natuur en uitzichten. De weg ging op en af en voorzichtigheid was geboden omdat een vrachtauto je nauwelijks kon passeren. Het werd dan ook tijd rond drieën voor een bakje koffie na een geconcentreerde rit. Er werd een parkeerplaats gevonden naast de smalle weg en koffie werd gezet……….

In afwachting van de koffie wilde mijn aanstaande schoonvader en ik wel even de benen strekken en we vonden een aantrekkelijk pad om te volgen. Het moest wel een soort van wandelroute zijn omdat er hier en daar een wit voetje op een boom geschilderd was. We zullen die eens een tijdje volgen, maar al gauw werd de bebossing wilder en de enige voetjes die we nog zagen waren als we naar ons eigen schoenen keken. Ik volgde blindelings, tenslotte had deze man in dit land gewoond.
Geen voetje of enig herkenningspunt kwam nog voor en we hadden zeker al een uurtje gelopen Het werd wilder en wilder en zo nu en dan hoorden we het geschreeuw van apen en andere niet te herkennen dieren (we wilden het niet weten). Ik begon hem te knijpen en merkte aan die ouwe dat hij het ook niet meer wist. We sjouwden voort en vloekte op die voetjesschilder. Ik voelde dat we berg op en af gingen door watergangen en doornstruiken……. en we konden uiteindelijk concluderen, we waren  verdomme…… verdwaald!
Uren baggerden we voort, het werd later en later en het begon al donker te worden “ Als ze ons maar niet gaan zoeken” was die ouwe zijn opmerking “ want dan zijn we straks allemaal verdwaald”. We moesten de weg terug vinden en in dit geval de rijweg. Er was veel overleg tussen hem en mij maar we hadden duidelijk een verschillend richtingsgevoel, als hij rechts wilde vond ik links beter en andersom. Zijn woorden bleven maar spoken in mijn hoofd “ Als ze ons maar niet gaan zoeken!” Het was nu echt donker en bij elke schreeuw of brul uit het bos scheet ik zowat in mijn broek. Opeens ver boven ons zagen we een paar  lichten en ze bewogen, dus daar moest een weg zijn! En inderdaad bij het naar boven klimmen kwamen we een geul tegen die bij overtollig regen het water van de weg moest afvoeren. Dat stelde mij al wat geruster, mensenhanden waren hier bezig geweest. Wij bereikten de weg die naar boven en beneden liep………
Wat is wijsheid, welke kant op? “Naar boven!” zei die ouwe “Naar beneden!” zei ik en dreigde alleen te gaan als hij niet wilde luisteren. “Hoe eigenwijs kun je zijn” was zijn stelling maar sjokte luid protesterend achter mij aan. Na een half uur op die donkere weg te hebben gelopen kwam er een vrachtauto van de berg aanrijden en we bleven midden op de weg staan om hem te laten stoppen. Het kon me niet meer schelen al reed hij over me heen. Dat deed de chauffeur niet en hij stopte, het eerste wat hij zei was of we wel goed bij ons hoofd waren om hier in het donker te wandelen omdat het stikt van de wilde beesten en vooral de bavianen waren nogal agressief de laatste tijd. We vroegen de man of hij een camper langs de weg had zien staan? waar hij ontkennend op antwoordde  “ Zie je wel ouwe we moeten naar beneden” was gelijk mijn opmerking. De cabine was vol arbeiders maar er was achterin de open laadbak nog plaats om mee te rijden………

Ik stond rechtop achter de cabine en kon er zo bovenuit kijken. Ik begon net te twijfelen of het wel dezelfde weg was die we die middag hadden afgelegd toen ik daar eindelijk de slecht verlichtte camper zag staan. Ik ramde onnodig op de cabine omdat de chauffeur al afremde. We sprongen opgelucht van de laadbak, bedankten de Afrikanen en huppelde naar de camper. Het onthaal was niet zoals we het ons hadden voorgesteld. Na de eerste opluchting en juichmomenten kregen we de wind van voren. Hoe onverantwoord we waren geweest en met de anderen totaal geen rekening hadden gehouden, de stemming was er uit en er werden over en weer verwijten gemaakt. Het werd nog erger toen zwager lief zich liet ontvallen dat hij ons was gaan zoeken. Het kookpunt was bij die ouwe nu gestegen en hij schreeuwde nu ook: “Hoe kun je nu die vrouwen alleen laten, je had ook kunnen verdwalen” en hij ging door “Je moet altijd op de plaats blijven waar we elkaar het laatst gezien hebben” …………

Het waren natuurlijk de zenuwen geweest die ons op braken, met gemengde gevoelens gingen de vier naar bed …..die ouwe en ik hadden nog zoveel adrenaline gehalte in ons bloed dat we besloten te gaan rijden en wel de hele nacht door! We kropen samen voorin en die ouwe sloot een gordijntje achter ons om ons te scheiden van de rest, we voelde ons onbegrepen. Ik reed en hij zat met zijn voeten op het dashboard nog na te pruttelen. Nadat het “stof “ was neergedaald hebben we samen de dag doorgenomen en nog veel plezier gehad, we verzonnen allerlei scenario’s hoe het ook af had kunnen lopen, natuurlijk met de nodige humor. Het was een dag en een nacht geweest die ons voor het leven aan elkaar had verbonden. Over mijn geschiktheid  om zijn dochter te trouwen heb ik nooit iets van hemzelf vernomen, wel van anderen: “Ingrid en Ferrie”  dat zit wel snor! was zijn mening…………

Groet Ferrie