zondag 10 december 2017

De Bull


Regelmatig brachten we onze vakanties door op het Afrikaanse continent. De ouders van mijn vrouw (toen vriendin) hebben er jaren  gewoond en Ingrid is er geboren (toenmalig Rhodesië) en dat was voor mijn aanstaande schoonvader reden om mij kennis te laten maken met Afrika. Eenmaal met dat virus behept laat het je nooit meer los. Landen als Zuid-Afrika, Namibië, Botswana, Zambia, Zimbabwe, Kenia en Tanzania blijven je hele leven bij. De eerste reis trokken we door Zuid-Afrika met een camper en toekomstige schoonouders. Ze  waren niet alleen fijne schoonouders maar droegen ook de kosten.  Nadat ik met Ingrid getrouwd was probeerden we zoveel mogelijk toch weer die kant uit te gaan waar veel sparen aan vooraf ging. Het was nu eenmaal ons ding en de geweldige natuur in Afrika riep ons om de zoveel jaar terug. We probeerden wel reizen te plannen maar gingen ook regelmatig op de bonnefooi voor het avontuur……

Ingrid en ik zijn gezegend met drie zonen en ook gestraft als je de vakantiekosten rekent. We vonden het belangrijk dat ze ook een andere wereld leerden kennen en met name de volkeren en natuur van Afrika, zelfs vrienden konden we interesseren voor zulke reizen. We huurden dan wat gidsen in, waaronder een kok en met enkele landrovers trokken we door het land van keuze. Ik moet u niet vertellen dat de jongens zulke avonturen geweldig vonden. Het zijn toch altijd spannende reizen en dan is het een veilig gevoel dat je met inheemse mensen rond reist die het land en de gewoontes kennen. Na het verstrijken van jaren en opdoen van ervaringen durfdem we zelf wel de onderneming te organiseren ondanks het feit dat ik wel eens verdwaald ben en er wel eens bijna op ons geschoten was in het verleden. We huurden vanuit Nederland een 4x4 auto met dak-tent en een tentje en zette een route uit door verschillende landen vanuit Zuid-Afrika……

Er zit een tijdsspanne van vier jaar tussen onze jongens en dat geeft een leuk beeld van hoe verschillende leeftijden zo’n reis beleven. Deze maal ging onze middelste niet mee, hij had er voor gekozen om een jaar door Australië te trekken en dat is ook niet verkeerd om levenservaring op te doen. En zo trokken wij gevieren door Namibië Botswana en Zambia.
 De 4x4 is van alle gemakken en ongemakken voorzien,
zoals een koelkastje (die het de helft van de tijd niet deed) een gasstel, watertank en een dubbele brandstoftank. Zo was het een kwestie van proviand inslaan en gaan met die banaan. De oudste, Wauter (drieëntwintig), Ingrid en ik hadden een rijbewijs dus we deden elk ons deel, op afgelegen gebieden was het Bennie (vijftien) die wel eens mocht rijden omdat een jongen nu eenmaal een jongen is. Steden hadden niet onze voorkeur, wel dorpen en de bush en vooral het observeren van wilde dieren. We hadden ervaringen opgedaan met de eerdere reizen en konden aan het landschap zien welk wild we konden verwachten……..

Wat een feest en hoe bevoorrecht waren we om al dat moois te aanschouwen en mee te maken. We hadden afgesproken dat we om de beurt in de dak-tent en dan weer in het bij-tentje zouden slapen maar de jongens gaven elke nacht weer de voorkeur aan het bij-tentje omdat er minder spullen in werden opgeslagen  als het kamp opgeslagen werd. Ingrid en ik hadden wat meer werk om het bed in orde te maken en dat zal ook wel een reden geweest zijn voor de heren. De dak-tent is een ideale overnachtingsplek, uitklappen van de tent  is een fluitje van een cent, het opmaken van je bed is een gescharrel maar het comfort en veiligheidsgevoel maakt veel goed. De jongens plaatsten hun tent vaak dicht tegen de auto om communicatie met ons mogelijk te houden en waren vast bang dat wij hun veelvuldig geritst van de tent zouden missen. Elke dag is een nieuw avontuur maar ook elke avond is een evenement, één avond die we nooit meer vergeten wil ik u beschrijven………
We reden van noordelijk Namibië om drie uur Botswana in om daar een kamp op te slaan Ik zal u de grens perikelen onthouden maar rond vijf uur reden we Botswana echt binnen en rond zes/zeven valt de duisternis in en voor die tijd wilden we een kampeerplek hebben. De hoofwegen voor zover je daar van kan spreken was ons ding niet dus we zochten een plek in de bush. Die was gauw gevonden een prachtige majestueuze boom  omringd met struikgewas markeerde onze kampeerplaats. We parkeerden de 4x4 en het bij-tentje onder de boom en het kamp werd in orde gemaakt met wat campingstoeltjes, een tafeltje en de BBQ prominent in het midden.  Het is niet altijd slim om in de bush vlees te eten maar de koelkast was weer eens uitgevallen en er lagen nog vier T bonesteaks in. Het was een vermoeiende dag geweest en het was heerlijk om van de zwoele avond te genieten. De steaks waren zo groot als de bekende stoeptegels uit Nederland (weet u het nog?) dus we hadden er een kluif aan.……

Plots klonk er achter ons geritsel gevolgd door een immense brul. Ik kan u verzekeren dat het dierenrijk beter op zijn kinderen past dan wij mensen, Bennie vloog het trapje op van de daktent  en ik in de boom, Ingrid achter die zelfde boom en Wauter stond met een opgeheven campingstoeltje klaar om de eventuele aanvaller een aluminiumallergie te bezorgen. Het liep met een sisser af we hebben geen leeuw of cheeta gezien. Na onze schrik te hebben verwerkt klonken de verwijten over en weer. Wij hadden elkaar in de steek gelaten, dat was een leermomentje, voortaan staan we voor elkaar was de conclusie. We dronken nog wat wijn en enkele biertjes en maakten ons op voor de nacht, het was een spannende avond geweest en dat had veel mentale kracht gekost . Ik vroeg de jongens of ze die avond niet liever in de dak-tent sliepen maar hun stoerheid overwon……
Nog half slaperig in de nacht schudde ik Ingrid wakker, ik had weer geritsel gehoord en omdat zij dichter bij de rits van de tent lag leek het me verstandig om haar even te laten gluren. Omzichtig en geconcentreerd ritste ze de tent een stukje open, het geritsel ging over in krakende en brekende takken die zo van onze mooie boom afgescheurd werden. We gluurden nu samen door het gaatje van de tent naar buiten en naast de auto en tussen het bij-tentje stond de grootste olifant die wij ooit gezien hadden. Hij leek uit te zoeken welke takken hij nu eens zou breken. Ik kan u melden dat als de T-bonesteak eerder geconsumeerd was, hij toen als diarree langs mijn been had gelopen. 
Ondertussen in het bij-tentje,
Het was Bennie die het eerste wakker werd van het kabaal en even met zijn hoofd onder het tentzeil naar buiten had gegluurd. Hij was zo slim om een hand op Wauter zijn mond te leggen zodat hij niet gelijk kon praten toen hij hem wakker maakte : ‘ Er staat een joekel van een bull naast onze tent ’ fluisterde hij in Wauters oor ‘ Waarom maak je me dan wakker’ fluisterde Wauter nadat zijn mond vrij was. ‘ Ja ik bang… jij ook bang! ’ was Bennie’s antwoord ‘ We hebben afgesproken dat we voor elkaar staan’. Wauter was in de veronderstelling dat Bennie een buffel bedoelde en scheen met zijn zaklantaren onder de tent door naar buiten, hij kon op nog geen vijftig centimeter afstand alleen een grote olifantspoot zien. ‘ Verdomme, dat geen buffel maar een olifant! ’ fluisterde Wauter met  paniek in zijn stem . ’Ik heb toch ook niet gezegd dat het een buffel was ’ zei Bennie. ’ik zeg dat er een  bull naast de tent staat! ‘ Voorzichtig kropen de jongens naar het einde van de tent hopend dat de olifant de tent  niet voor porseleinkast aanzag…


De olifant stapte omzichtig langs de tent van de jongens alsof hij wist dat zij er sliepen, sleepte een stuk boom mee met de precisie van een heftruckchauffeur, zonder ook maar iets van de auto of tent te raken en trok zich met veel gekraak terug in de struiken. Het is werkelijk ongelooflijk dat zo’n groot beest opgaat in wat struikjes en je echt niet meer ziet waar die gebleven is. Het ontbijt werd nog in het donker gemaakt, van slapen kwam de rest van de nacht toch niets meer. We hadden de BBQ maar weer aangestoken om een keteltje water te koken voor koffie en in een pannetje wat eieren te koken, om gas te sparen. We rilden nog na van de belevenis maar genoten van ons ontbijt, langzaam werd het licht …ergens klonk er weer gebrul maar geen van ons sprong op of raakte in paniek,        

Wauter merkte op: ‘ Als die ons bang wil maken moet die maar eens een nachtje in mijn tent komen slapen!’.


Groet, Ferrie