maandag 10 januari 2011

Donna Maria


Het was de dag dat een oud-collega, na een paar dagen verblijf, weer terug naar Nederland vertrok. We hebben een paar fijne dagen gehad. Hij stond opeens per verrassing voor de deur. Ik zal zijn naam niet noemen (ieder zijn privacy) en misschien vind Hans dat niet leuk... Na het ontbijt vertrok mijn gast en dat betekent voor mij altijd: beddengoed wassen, badkamer schoonmaken, stofzuigen enz.

Deze dag zal ik niet licht vergeten. Niet alleen is een afscheid nooit leuk, maar het voorval in de loop van deze ochtend maakte het onvergetelijk. Donna Maria, “de moeder” van Sarnadas, ruim tachtig jaar oud; heeft voor onze B&B een lapje grond, waar ze haar groenten en fruit verbouwd. Iedere dag trouw bewerkt ze de grond en verzorgt ze het gewas. Traditioneel in zwart gekleed zoals bijna alle Portugese vrouwen hier op het platteland. Ze doet alles liefst op de ouderwetse manier. Er is een wasmachine, maar ze wast liever op een steen in de rivier. Ze loopt met een stok; geen wandelstok of rollator, maar een lange stok, net zo lang als ze zelf is. Makkelijk om een hond van je af te houden of ander ongedierte. Als ze met je praat doet ze dat met een snelheid die zelfs voor een locale inwoner niet te volgen is.

Die ochtend was ze weer aan het werk in haar groentetuin en ik was druk doende met, zoals eerder vermeld, huishoudelijk werk. Vanaf mijn terras heb ik een prachtig overzicht op haar grond, die meters lager ligt. Ze was in de weer met een trap om de druif te snoeien die haar landje rondom afbakent. Ik ben doende de was op te hangen en af en toe dwaalt mijn blik richting Donna Maria.

Opeens zie ik haar liggen vlak naast de ladder en met haar gezicht naar beneden gericht. In mijn paniek roep ik naar haar, in de hoop dat ze zal zeggen: “grapje”, maar ik zag geen beweging. Ik rende er naar toe met gemengde gevoelens en gedachten. “Die zal geen druiven meer eten... “, was een gedachte en: “wat zou de familie voor dat landje vragen..?”. Ik knielde naast haar en dacht: ik moet haar omdraaien, zo kan ik niet zien of ze nog leeft. Maar aan de andere kant, als ze wat gebroken heeft en ik ga aan dat arme mens sjorren, wat richt ik dan voor schade aan..?

Verdorie Ferrie denk na.. je hebt in het verleden toch BHV gehad. Ik kan me alleen nog iets met een brandblusser herinneren en dit vuurtje moet aan en niet uit, maar weer aan..! Een debrifillator heb ik ook niet. Ja een acculader maar die geeft maar 12 volt...

Ik vond het wel best ik draaide haar voorzichtig om. Ze maakte een reutelend geluid. Jullie kennen dat wel. Ik vroeg haar tegen beter weten in te blijven liggen. “Ik ga om hulp”, riep ik nog.

Geloof me, bergje op is in dit geval te ver. Ik rende het huis in en belde mijn vriend Nigel, die verderop in het dorp woont, met de opdracht: “ bel de bombeiros!”(Brandweer ambulance enz.)”Donna Maria is niet goed geworden..!“

Ik snelde naar haar terug, gewapend met een deken water en chocolade (misschien was ze wel diabeet). Ze had haar ogen open, maar leek me niet te zien. Ik forceerde haar mond open om te zien of er iets in de weg zat, maar ik nam aan dat als je een keer geeuwt, er nog geen vogel zomaar naar binnen vliegt... Ze reutelde nog wat en ik dacht dat kom niet goed… Plotseling kwam er een vonkje in haar ogen en ze greep me vast en ze begon zachtjes te praten. Ik probeerde haar te laten drinken en wonder boven wonder; ze knapte met de seconde op.

Daar kwamen de vrouwen van het dorp. Een stuk of vijf. Allemaal de handen in de lucht en schreeuwend naar de oude vrouw. ”Wat is er aan de hand!“ Eindelijk dacht ik: aflossing. Maar dat had ik gedroomd. Donna Maria greep me nog steviger vast. Alsof die vrouwen haar eerder kwamen vermoorden dan helpen.

Ik begreep dat één van de vrouwen riep dat de ambulance onderweg was. Nu was de boot aan! Donna Maria begon te schreeuwen “Nou Nou” (Fonetisch geschreven), wat niet meer betekend dan "nee nee".

Langzaam kon ik me losmaken en stiekem kon ik voetje voor voetje ontkomen. De ambulance kwam maar ze weigerde mee te gaan. Er werd een vragenlijst ingevuld door de dokter en alle vrouwen gaven antwoord, behalve Donna Maria. Ik had me strategisch teruggetrokken en kon het hele tafereel vanaf mijn balkon volgen.

Plotseling wees één van de vrouwen naar mij en de mannen van de ambulance wenkten mij naar beneden te komen. O nee, dacht ik, ze gaan me toch niet ondervragen? Ik spreek alleen maar winkelportugees..: “Ik wil dit en heeft u dat..? “ Ik kreeg van de broeders van de ambulance een hand en één van de dokter en daar was de kous mee af...

Ik Hoop niet dat ze te weten komen dat ik honderd jaar in een verpleeghuis heb gewerkt. En voor de toekomstige BHVers: Let een beetje op !!!!